
Kirgizië, 13 augustus 2016
De weg naar de grens is niet meer als een karrenspoor. Eerst Kirgizië uit op 3450m. De grenspost van Tadzjikistan ligt 20 km verder op 4200 m. De weg is erg slecht. We zijn blij dat het niet regent, want dan was het een glibberige klim geworden naar de 4280 m hoge pas.
Voor de tijdelijke invoer van de auto moeten we $45,- betalen. Daarnaast $21,- om onduidelijke redenen. Iets van planten- en veterinaire inspectie of zo. Maar naar de auto kijken ze niet om. En over de prijs valt te onderhandelen. We krijgen er prachtige certificaten bij met vele stempels en een betalingsbewijs. Hmm. Toch hebben we onze bedenkingen.
Het landschap is imposant. Langs de hele grens met China loopt een 150 km lang hek. We komen 2 Duitse overlandertrucks tegen en vele fietsers. Met iedereen maken we een praatje. Zo ook Aart Jan en Jill uit Meppen. Drie jaar onderweg op de fiets! Een Duitse fietser is een losgetrilde bout kwijtgeraakt. Gelukkig heeft Henk de juiste op voorraad in z’n onderdelendoos. De Bluescruiser is niet voor niks zo zwaar!!! De Pamir is voor fietsers de ultieme uitdaging. Wij vinden het meer een vorm van zelfkastijding, want behalve de vele hoge passen is het wegdek vaak wasbord of dik zand. Heel gezellig al die praatjes onderweg, maar zo schiet het niet op.
Even voor het Karakol meer stopt een oude Trabant (2 takt, 2 cyl) uit Tsjechië. Ze zijn zelfs in Mongolië geweest. De auto valt bijna uit elkaar. We kamperen aan een riviertje op 4000 m. Henk wordt ’s nachts wakker en heeft last van hoogteziekte. Zodra het licht is, gaan we rijden. Om je beter te voelen, moet je minstens 500 m zakken. Dat is een moeilijke opgave als er eerst nog 3 passen komen, waarvan de hoogste 4630m is.
Na Murgab nemen we de afslag naar de Wakhan vallei. Deze weg loopt pal langs de grens met Afghanistan. Een prachtige weg, maar het is helaas erg bewolkt en heiig. Pas bij Langar zijn we voldoende gezakt (2850 m) om te overnachten. De mensen zijn allemaal erg vriendelijk. Iedereen zwaait enthousiast als ze een buitenlandse auto zien. De tijd staat hier stil. Veel vrouwen zijn traditioneel gekleed in kleurige gewaden en omslagdoeken. In de provincie Badakhshan zijn de meeste mensen Ismailis. Volgelingen van de Zwitserse Aga Khan. Zij hebben hun eigen regels voor de Islam. Geen wekelijkse vrije dag, geen moskeeën, maar wel een soort buurthuizen, waar mannen en vrouwen samen komen. Belangrijk vinden ze ook dat de vrouw goed onderwijs krijgt.
Bij een waterval langs de kant van de weg blijven we staan. Een gratis ijskoude douche en een mooie overnachtingsplek. Sebastian en Christina met hun dochter Antonia, een Duits gezin, komen gezellig bij ons staan. ’s Avonds worden we lastig gevallen door een jongeman op een fiets. Hij beweert uit Afghanistan te komen. Voortdurend is hij aan de telefoon. Hij vraagt om een binnenband. Hiermee wil hij de rivier oversteken. Hij wijst naar lichtsignalen aan de Afghaanse kant. We hebben het vermoeden dat er drugs in het spel zijn. Ondanks ons dringende verzoek, wil hij maar niet weggaan. We vertrouwen het niet en daarom besluiten wij, samen met de Duitsers, een andere plek te zoeken in het donker.
De volgende dag is het stralend weer. We vinden het zo’n indrukwekkend landschap, dat we besluiten de Wakhan Vallei weer een stuk terug te rijden. Een mooie tocht met de besneeuwde Pamirbergen op de achtergrond. Voor het checkpoint draaien we om en gaan weer terug richting Khorog. Op het keerpunt lunchen we samen met de Duitsers. De dorpjes rijgen zich aaneen. Het waait weer erg hard. Daardoor weinig zicht op de besneeuwde bergen door al het stof in de lucht.
Bij Yamchun rijden we een steil weggetje omhoog naar de warme bronnen van Bibi Fatima waar we ontstoffen. We komen langs de overblijfselen van het Zulkhomar Fort. Bij de warme bronnen zijn mannen en vrouwen strikt gescheiden. Doordat er in Khorog een universiteit is, spreken veel mensen Engels in de Pamir. Een onderwijzeres komt hier speciaal naartoe, omdat het bronwater haar vruchtbaarheid zou verhogen. Ze is nu een jaar getrouwd, dus hoopt ze vurig dat het helpt.
Garm Chasma is een andere warme bron, met een prachtige kalksteen formatie, waarin we opnieuw het stof afspoelen. Elk uur wisselen mannen en vrouwen elkaar af.
In Ishkashim ligt een brug over de rivier de Panj. De grens aan beide kanten van de brug is zwaar gebarricadeerd. Stefan en Kirsten zijn 5 dagen op hun motor Afghanistan in geweest. Het is niet moeilijk om een visum te krijgen, maar wel duur. Maar zelfs het noorden van Afghanistan is niet zonder risico.
In Khorog (27.000 inwoners), de hoofdstad van de Pamir, kamperen we bij de Pamir Lodge. Gezellig met vele andere Overlanders. Het is een levendige stad met een drukke markt. Het is abrikozen- en kersentijd. Heerlijk. Je kunt er ook goed bruin brood krijgen. Leuk dat de verkoopster wat Engels spreekt, zodat je kunt laten weten hoe lekker je haar brood vindt. Op zaterdag is er een Afghaanse markt bij de brug over de Panj in Khorog. Een initiatief van een Duitse hulporganisatie. Boeken, schoenen en medicinale kruiden zijn erg in trek.
Waarschijnlijk is het water dit keer de oorzaak van een voedselvergiftiging. Als we die na een paar dagen weer te boven zijn, vertrekken we naar de Bartang Vallei. De weg loopt pal naast een snelstromende rivier. Meer plek is er niet in de nauwe kloof. Want direct naast de weg begint een steile puinhelling. Op enkele plaatsen is de weg ondermijnd door de rivier. Een shovel heeft een ruwe weg dwars over de puinhelling gebaand. Daar moet je dan toch maar even niemand tegenkomen. Maar die kans is niet groot, want er is bijna geen verkeer. Nee geen foto. Henk mocht niet stoppen van Marianne. Wel komen we opnieuw Peter en Leonie tegen op hun motor. Zij hebben veel pech gehad, maar nu lopen de motoren weer als een zonnetje.
’s Nachts worden we lek gestoken door hele kleine vliegjes. De beten blijven wel een hele week jeuken. De vallei loopt helemaal door naar het Karakol meer. Wij gaan halverwege terug omdat we de kruiskoppelingen niet vertrouwen. Regelmatig horen we kloing, kloing.
Terug in Khorog laten we er naar kijken bij een garage. Die bestaat uit een smeerkuil met een golfplaten dak erboven, een gereedschapskist en veel rondslingerend kapotte onderdelen. Een krik hebben ze niet, dus halen we die van ons tevoorschijn. Toch lijkt Ogir wel een kundige monteur. Hij zegt dat er niets aan de hand is. Wij kennen elk geluid van de Bluescruiser maar dit geluid hebben we nooit eerder gehoord. Dat geeft je geen vertrouwen, als je 750 km eenzame slechte weg zonder enige voorzieningen van betekenis voor de boeg hebt. Ogir wil niets hebben voor de uren dat hij aan de Bluescruiser gewerkt heeft. We worden zelfs uitgenodigd voor de thee. De thee blijkt een hele maaltijd te zijn. Wat een gastvrijheid! Henk geeft hem als dank een stuk gereedschap. Omdat Ogir niet kan ontdekken wat er aan de hand is neemt hij ons mee naar Toyota Service. Dat geeft vertrouwen. Maar ook dit is niet meer dan een smeerkuil met een dak etc. Ook hier weer krik en gereedschap uitlenen en ook hier kunnen ze niet zeggen wat er aan de hand is. Zodra we in Bishkek zijn gaan we maar weer langs bij onze vertrouwde garage.
Via de Pamir Highway terug naar Murghab, is minder indrukwekkend. We slaan onderweg af naar Bulunkul. Even boven dit dorp ligt het Sarez meer, dat na een aardbeving is ontstaan, doordat een groot rotsblok de rivier heeft afgesloten. Geologen voorspellen dat bij een volgende aardbeving de natuurlijke dam kan wegslaan, waardoor er een vloedgolf ontstaat, die een mega overstroming zal veroorzaken tot ver in Uzbekistan toe. Verderop, vlak naast de weg, vinden we een mini geiser.
De onweerswolken boven het Karakol meer pakken zich samen. Daarom besluiten we dezelfde dag door te rijden naar de grens met Kirgizië. Een juiste beslissing want bij de grenspost begint het te regenen. De steile modderpas ligt dan al achter ons. Gelukkig heeft de kruiskoppeling het ook gehouden.
Tajikistan heeft veel indruk op ons gemaakt. Wat een landschap. De mensen zijn erg arm, maar zo aardig en gastvrij! Het is een hard bestaan in de bergen met zo’n klimaat. Toch zijn de mensen al lang blij dat er vrede is in hun land na een zeer bloedige burgeroorlog in de negentiger jaren.
Que bueno volver a ver sus interesantes historias y hermosas fotos.
Un abrazo desde Chile.
Hallo reizigers in ’t Russische..,
Het blijft fabelachtig mooi, maar hoe is de technische verzorging tegenwoordig? Begin jaren ’90 was het een crime om brandstof te tanken. Pomp na pomp leeg. Dichtstbijzijnde pomp 200 werst verder op. Werst? Hoeveel KM is dit?? Onze meters gaven nul aan, maar een afgebroken takje leerde dat er nog 2 cm brandstof in de tank zat.Even rekenen met aftrek van veel % water, wees uit dat we in de wildernis zouden stranden.
Plotseling verscholen tussen de bomen en de nachtelijke hemel EEN POMPSTATION! Met een bonnetje eerst de gewenste hoeveelheid aan de kassa betalen en de meter werd ingesteld op 150 liter. Ruim voldoende, maar vol is vol en zeker 20 liter liep weg in de bodem. Betaald was betaald en gen gezeur verder. Is dat nog zo, of hebben de pompen nu ook vulhandels op het platte land?
Haai Franz,
De diesel verkrijgen was geen probleem. Slechts een keer een uurtje moeten wachten op de tankauto. Gelukkig stonden we vooraan in de rij.
Ze hebben nu ook overal vulhandles, maar daarnaast wordt er langs de weg in afgelegen gebieden nog steeds brandstof verkocht uit jerrycans en flessen.
Het is wel irritant dat je eerst moet zeggen hoeveel liters je wilt hebben en dat dan betalen. Even vol tanken is er niet bij. Hier in Letland is alles weer “normaal”.
Nu nog een etmaal met de Stena Line naar Travemuende en dan de laatste etappe naar NL.
Als je wil weten hoeveel een werst is dan kun je het even vragen aan Drs P.
Maar dat wordt een beetje moeilijk want die is onlangs overleden.
Wat een mooie verhalen en foto’s weer.
groetjes
Lia en Kees
Alweer zo’n adembenemend mooi en interessant verhaal!!! wij reizen graag mee via het scherm.
veel liefs Olaf&Renske
Leuk om zo wat meer over de landen waar jullie doorheen komen te leren. Prachtige foto’s!
Alweer prachtig en boeiend.
Dank.
Goede voortzetting, ook wat de kruiskop betreft.
H.g.
Martha en Wiebe.
Prachtige belevenissen en weer hele mooie foto”s. Chapeau!
succes met de “laatste loodjes ”
en…tot zondag 😉
Heerlijk weer even meegeleefd ! Ik kijk echt uit naar jullie verslagen… En sterkte met de kloing…
Be safe
Herman en Marina
Wat een geweldige foto’s!! Het Zulkhomar Fort lijkt me erg gaaf om nog eens te zien, goede reden om te gaan dus ;). Succes met de laatste kilometers!
Heeej Henk en Marianne, Alweer bijna thuis. Wat roepen jullie verhaal en foto’s geweldige herinneringen op. En dan zie je ineens die prachtige kozijntjes van het dorpshuis in de Wakhanvallei! Wij hebben bijna dezelfde foto, maar dan met minder kleur. Okee, wij hadden een eenvoudiger camera en minder zon, maar vooral…. er is een broodnodige schilderbeurt geweest. Tja, het leven gaat door, ook daar. Liefs en sprint(er) maar snel naar huis (als je er al niet bent…) Tot gauw.
Prachtig, wat een andere wereld weer. De foto’s geven me het gevoel van een ouderwetse diavoorstelling. Het intense en deels verstrooide zonlicht straalt ervan af. Bij zo’n voorstelling in een verduisterde ruimte zat je dan altijd met je ogen te knijpen; dat gevoel dus… Maar wel alsof je er zelf even bij kunt zijn. Ik begrijp dat jullie intussen al in Letland zijn (of nu zelfs verder). Ik ben benieuwd naar de beschrijving van het vervolg van de tocht!